Peulvruchten
Peulvruchten zijn de zaden uit peulen van vlinderbloemige planten. Peulvruchten bevatten heel wat eiwitten, vezels, ijzer en heel wat b-vitaminen en andere nuttige voedingsstoffen. Ze kunnen de galvloeistof opslorpen in de darmen. Waardoor ook de - in de galvloeistof opgeloste gifstoffen uit de lever - meegenomen worden door de peulvruchten. Daarom geldt het advies om regelmatig peulvruchten te eten, ze verplichten het lichaam nieuwe verse galvloeistof te maken. En verhinderen dat toxische stoffen uit de lever in de dikke darm terug in de bloedbaan worden opgenomen. Door hun samenstelling zijn ze goed te gebruiken als aanvuller van vlees bij de maaltijden. Vetter vlees stimuleert de lever en de galblaas om veel galvloeistof te lossen om te helpen bij de vertering van vetten. Als je dan op het einde van de maaltijd of een kwartier na de maaltijd nog een portie peulvruchten eet, zal je de galvloeistof elimineren. In heel wat culturen kom je dan ook gerechten met vlees en peulvruchten tegen, denk maar aan het Engelse ontbijt, spek met eieren en bonen als toetje. Of de Mexicaanse chili con carne of de Vlaamse spliterwtensoep met spekjes. Of prinsessenbonen met spek. Ook worden peulvruchten in plaats van aardappelen en graanproducten gebruikt om minder koolhydraten en toch voldoende vulling van een maaltijd te hebben als er vroeger niet genoeg vlees voorhanden was.